Klimaatadaptatie Waddenkustgebied in de 21ste eeuw

Agendering van opgaven en handelingsperspectieven

Het klimaat is aan het veranderen: de aarde wordt warmer en de zeespiegel stijgt, met steeds groter wordende impact op onze ecosystemen, de manier waarop we ons voedsel verbouwen en de manier waarop we leven. In het Waddenkustgebied, met het op wereldschaal unieke intergetijdengebied achter de dijk, spelen nu al veel van deze opgaven die op de lange termijn enkel groter zullen worden. Met de ‘Climate Adaptation Summit’ (CAS) in het vooruitzicht, benaderde het Programma naar een Rijke Waddenzee (PRW) ons in 2020 met de vraag een adaptiestrategie op te stellen: een strategie voor klimaatadaptatie langs de Waddenkust die agendeert, inspireert en vooruitkijkt richting een aantrekkelijke, integrale, klimaat-robuuste toekomst in de 21ste eeuw.

Locatie

Het waddenkustgebied van Den Helder tot aan de Duitse grens

Opdrachtgever

Programma naar een Rijke Waddenzee (PRW)

Oppervlakte

40.000 ha

Ontwerpjaar

2020-2021

De keuzen van nu bepalen het speelveld van de toekomst. Daarom richt de strategie zich voorbij de horizon van 2050. Op onze adaptieve oplossingen kan nu al worden ingespeeld. Die sluiten bovendien aan bij positieve ontwikkelingen die er nu al zijn. Het is een overkoepelend perspectief met interactie tussen Wad en land én een gestapeld perspectief, doordat oplossingen die we aandragen niet alleen bijdragen aan klimaatadaptatie maar ook positieve effecten hebben voor de landbouw, biodiversiteit en leefbaarheid.

image-part

Het broeikaseffect zorgt voor temperatuurstijging, veranderende neerslagpatronen, zeespiegelstijging, verzilting, andere stormregimes en verzuring van de oceaan. Vooral de eerste drie veroorzaken voelbare effecten voor het Waddenkustgebied. Door temperatuurstijging ontstaan negatieve effecten voor natuur en landbouw en wordt het ook voelbaar warmer. Door veranderende neerslagpatronen komen droogte én wateroverlast vaker voor, met bijbehorende negatieve effecten. Zeespiegelstijging heeft effecten op de waterveiligheid, verzilting, zoetwaterafvoer en op het zeeleven in de Waddenzee. Deze effecten worden niet alleen steeds groter, ze worden ook steeds onvoorspelbaarder.

In werksessies met een klankbordgroep en experts hebben we voor het Waddenkustgebied drie klimaatadaptatie-opgaven benoemd:

  1. het zorgen voor een veilig kustlandschap
  2. het maximaal benutten van zoetwater
  3. het tegengaan van achteruitgang van de biodiversiteit
image-part

Er zijn honderd-en-een adaptiemogelijkheden. Wij adviseren om voor oplossingen te gaan die meerdere doelen dienen. Denk hierbij aan het versterken van de landschappelijke identiteit door het zichtbaar maken van de cultuurhistorie, of nieuwe mogelijkheden voor (kringloop)landbouw en recreatie en toerisme, maar ook meer mitigerende doelen zoals het verminderen en vastleggen van CO2-uitstoot.

Onze scenario’s die zorgen voor een veilig kustlandschap, richten zich op een achterland met zee-kerende landschappen die veilig zijn, ecologisch interessant en economische kansen bieden. Het maximaal benutten van zoet water vraagt om een watersysteem dat bestand is tegen zowel extreme droogte als extreme neerslag. Een systeem dat dit ook binnen de regio kan oplossen. Van weinig vasthouden, een beetje bergen en véél afvoeren liggen er kansen voor een omslag, dus: véél vasthouden, meer bergen en pas afvoeren als het echt niet anders kan. ‘Geen druppel zoetwater ongebruikt naar zee’ is het devies dat ten grondslag ligt aan de strategieën die we hiervoor hebben ontworpen.

image-part

Door temperatuur-, zeespiegelstijging en verdroging staan binnen- en buitendijkse habitats onder druk. En deze trend zet waarschijnlijk door. Het versterken van de natuur aan de rand van de Waddenzee is dan ook nodig en dit kan het beste doordat habitats op orde zijn – zoals zoet zout overgangen - en de natuurgebieden verbonden. De scenario’s die we hiervoor hebben ontworpen,  maken de natuur robuuster.  Ook hier is sprake van een optelsom, bijvoorbeeld door het waternetwerk van kreken en maren in te zetten voor waterberging en ecologische dooradering.

image-total

De informatie en oplossingsrichtingen in het rapport kunnen richting geven aan het gesprek dat gevoerd moet worden.  Hoe gaan we met de opgaven om en welke keuzes maken we? Wat doen we nu, hoe ziet het landschap er over 80 jaar uit, en hoe komen we daar? De zeven hotspots die we in het rapport hebben aangegeven, kunnen hierbij helpen. Dit zijn plekken waar veel opgaven samenkomen en ook al projecten lopen, maar waar nog geen rekening wordt gehouden met een tijdshorizon van 2100.

Gerelateerde projecten